Van ongeluk tot blog #8.
Een gigantische Duitse kist staat klaar voor ons. Grote trap er naast, het gaat dus echt gebeuren. Het laatste deel van deze vliegreis gaan we zo maken. In mijn vorige ‘van ongeluk tot blog’ heb je kunnen lezen dat het niet helemaal vanzelf ging, maar het lijkt er ook echt op dat ik mee mag. Tot op dit moment ook nog geen enkel benul van wie of wat er allemaal mee gaat. Ja de mensen die met mij naar Termez waren gevlogen natuurlijk, maar verder geen idee. Het zal allemaal wel.
Klaar om te boarden, lopen we de trap op. Nog even om me heen kijkend, want wat een kist is dit zeg! Dat bleek helemaal bij het binnenlopen. Iedereen kent vast die vliegtuigjes van de prijsvechters. Nou dit was wel andere koek. 5 stoelen in het midden en 2 of 3 (dat weet ik niet meer precies) stoelen links en rechts, met daartussen natuurlijk een gangpad. De heenweg in een vrachtvliegtuig, de terugweg in een luchtkasteel. Een behoorlijk contrast.
Met die stellage van mij een plekje uitgezocht in de middelste rij, waarbij de stoel rechts van mij vrij bleef. Dat wou ik al wel graag, maar hoefde er niet eens om te vragen. Er wilde gewoonweg niemand naast me zitten aan die kant haha. De andere kant gelukkig wel, dus het kon niet aan mij liggen. Toch? Toen iedereen zo’n beetje zat, moest er natuurlijk even gekeken worden. Het toestel zat nog niet voor een kwart vol. Bijzonder. In mijn hoofd natuurlijk de vraag: ‘Goh zouden er nog meer komen of gaan we het hiermee doen?’. Had ik die vraag maar nooit gesteld.
Hier zit een luchtje aan.
Een groep Armeense soldaten mochten ook mee, want we gingen een tussenstop in Armenië maken. Rond de 150 drukke, irritante, luidruchtige Armenen kwamen ons vergezellen. Zucht. Net waar ik zin in had. Nou zat ik niet aan de kant waar deze collega’s het vliegtuig binnen kwamen, gelukkig. Het was namelijk een wonder dat het aluminium van het vliegtuig daar niet ter plekke smolt, dat de bekleding van de stoelen niet onder ieders billen krom trok en dat deze collega’s überhaupt nog zo luidruchtig en druk konden zijn. Ze waren niet bepaald ‘fris en fruitig’ om het maar zo te zeggen. Wat een lucht kunnen mensen produceren zeg. En het ergste is dan ook, dat ze er niet eens hun best voor deden. Door er gewoon te zijn, werd iedere ‘niet Armeen’ zo’n beetje onpasselijk van hun lichaamsgeur. Bizar!
Aangekomen in Armenië gingen deze geurende collega’s hun thuis tegemoet. Ondanks dat wij in geuren konden meegenieten van hun enthousiasme, gun je ze dat toch zeker wel. Wij moesten echter blijven zitten, want gingen de lucht straks weer in. Gordels weer om, en we komen in beweging. Rijden een stuk, wat gelijk doet denken aan de Polderbaan. Het vliegtuig komt weer tot stilstand en we wachten. En wachten. En wachten. Toch proberen ergens door een raampje te kijken, waarbij een spuitwagen het vliegtuig aan het schoonmaken is. Althans dat dacht ik. Wat bleek nou, er zaten complete klompen ijs aan de vleugels. Schijnt dat een vliegtuig daar toch niet zo best mee kan vliegen. We komen weer in beweging en gaan de lucht in. Op naar Keulen, op naar huis. Ik probeer nog wat slaap te pakken, maar dat wil niet echt lukken. Een Duitser naast mij is met zijn nieuwe Apple laptop aan het klooien, als ik hem heel verschrikt op zie kijken. Uit en aan, Uit en aan. Zonder een knopje in te drukken. Vervolgens een Apple logo op het beeldscherm en verder helemaal niets. Niet meer uit, en niet meer aan. Alleen een logo. Tsja, dan is zo’n ‘niet uitwisselbare’ batterij toch niet zo handig.
Heel lullig voor hem, maar voor mij breekt het de vlucht wel een beetje. Evenals de wereldkaart op de TV, waarop je kan zien waar het vliegtuig zich ongeveer bevind. Ik heb geen idee hoelang ik daar naar heb gekeken, maar ik word uit mijn bubbel gehaald als de piloot weer door de speakers begint te babbelen. We gaan zachtjes aan beginnen aan de afdaling, krijgen een temperatuur en weersupdate en een vermoedelijke tijd dat we daadwerkelijk geland moeten zijn. De motoren zakken in geluid en vermogen en de neus begint in het pikkendonker de weg naar beneden te zoeken. De dames van de catering bergen alles weer op, afval word nog 1 x opgehaald en de lampjes van de gordels om gaan branden. Straks nog 1 deel van deze reis en dan zet ik weer voet op Nederlandse bodem. Nog een beetje in tweestrijd. Ik wil terug, maar wil ook naar huis. Dat eerste is niet mogelijk, dus dat tweede gaat gebeuren.
De wielen raken soepel de grond, nu nog naar de gate taxieën.
Gert
Facebook