Een nieuwe revalidatie blog, want ook deze week stond er weer een ‘date’ op het programma met de handfysio in Emmeloord. En zoals het je ondertussen wel duidelijk is, grijp ik elke week de kans aan om te vragen of ik weer mag gaan zwemmen.
Maar eerst beginnen bij het begin. Na weer mooi op tijd aanwezig te zijn (nee geen uur te vroeg deze keer, maar netjes een kwartiertje) neem ik weer plaats in de wachtkamer. Daar is op zichzelf niks geks mee, maar dit is wel de eerste keer dat deze wachtkamer gewoon leeg is. Er staat een ziekenhuismedewerkster bij de balie te kletsen met de baliemedewerksters. Ik pak mijn mobiel erbij, maar kan niet onderdrukken om mee te luisteren. Ze zijn al begonnen met het ‘afromen’ van de patiënten vanwege de komende zomervakantie, waardoor er op een aantal afdelingen dus niet zo veel meer is te doen. Daar had zij nogal moeite mee. Ik kon een gedachtekronkel niet onderdrukken: ‘Zullen we ruilen? Jij hebt in ieder geval nog íets te doen ;)’.
Daar komt de fysio aan, maar voordat ik opsta vraagt ze heel vriendelijk of die ziekenhuismedewerkster even eerst mag. Dan kan zij daarna weer aan het ‘werk’. Geen enkel probleem! Ik vind het ook altijd geweldig als ik ‘met spoed’ ergens tussen gedrukt kan worden. Succes ermee en ik wacht wel even. Het is ook niet dat ik nou hele belangrijke afspraken heb staan.
Dan ben ik aan de beurt. Als eerst word er weer gekeken naar mijn litteken, omdat deze nog steeds mooi paars is. En eerlijk is eerlijk: mooi paars is niet lelijk.
Waarschijnlijk reageert mijn lijf toch een beetje op de onderhuidse hechting. maar het word al rustiger dus kijken het nog even aan. De chirurg is ook even ingelicht, maar ook die is nog niet onder de indruk. Nou als zij dat niet zijn, dan ik ook niet hoor.
Dan door naar de bewegingen. Vorige week eindigden we met grofweg 30 graden, maar na wat bewegen gaan we richting de 36-38 graden. Nog niet wat het wezen moet, maar de fysio is blij dat ik heb geluisterd. Was dat niet het geval, dan zat ik nu op 45 graden of iets in die regio. Een heel klein schouderklopje geef ik mezelf. In gedachten dan he, als ik dat in het bijzijn van mijn fysio doe is dat een beetje maf. Of ik zelf tevreden ben? Redelijk. Het gaat mij niet snel genoeg, maar het gaat de fysio wel snel genoeg.
Ja….Dan komt hij toch weer hoor. Die ene vraag waarmee ik haar elke week het leven zuur maak. Waarmee ik elke week vol hoop ga zitten wachten op haar antwoord. Waarmee ik elke week lichtelijk teleurgesteld toch weer naar huis vertrek. Mag ik zwemmen?
Onder de behandeling door kijkt ze met haar hoofd naar mijn pols, maar met haar ogen omhoog naar mijn gezicht. Geen gezichtsuitdrukking, maar stilte. Een kleine glimlach volgt. Alsof zij deze vraag aan had zien komen. Bizar he? Nou het antwoord is nog steeds nee. Daar neem ik niet helemaal genoegen mee, dus ga toch kijken of de grens wat rekbaar zou kunnen zijn. Het gaat namelijk om de beweging waarbij de hand naar beneden geduwd word. Een snelle kronkelweg aan gedachtes schieten door mijn hoofd. Bochtjes naar links en naar rechts. Het is een beetje als op de motor op zo’n bergweg, waarbij je niet weet wat er aan de andere kant van de scherpe bocht zit. En dan toch de juiste bocht uit proberen te kiezen om lekker uit te accelereren. Dit is idem. De juiste bocht zien te vinden waarbij je de vraag uitspreekt, opzoek naar die ene bocht die de ruimte in de regels geeft, met een positief antwoord als gevolg.
Daar komt een bocht!
– Met brace om kan ik die bewuste beweging niet maken, mag ik daar dan wel mee zwemmen? Hij is tenslotte beschermd en beperkt in de bewegingen? In de remmen en niet uit accelereren, want na deze bocht is er nog een bocht. Met ander woorden: Nee, zwemmen zoals ik zwem is niet toegestaan, ook niet met brace.
De volgende lijkt ook een hele mooie.
– Als ik nou alleen een benentraining doe, hand in de brace, met plankje? En ja hoor, dit was inderdaad een leuk bochtje. Niet spectaculair, niet onbenullig uit accelereren, maar wel een leuk bochtje. Ik krijg toestemming om een benentraining te zwemmen. Het is niet spectaculair, want uiteindelijk is het nog geen volledige training en totaal niet uitdagend. Het is wel een extra en vandaar dan toch nog wel een ‘leuk bochtje’. Of je het echt zwemmen kan noemen, nee, maar zeuren zal ik verder niet doen, want links of rechts het is wel weer een stapje vooruit.
Die ene bocht om vol gas uit te accelereren laat voor alsnog op zich wachten. Of ik deze keer dan eens niet lichtelijk teleurgesteld naar huis ga? Hmm, moeilijke vraag. Niet teleurgesteld en niet blij. We houden het maar bij ‘gewoon een leuk bochtje’.
Gert
Facebook